Geurverordening
De Wet geurhinder en veehouderij biedt de unieke mogelijkheid om voor een bepaalde omgeving een eigen niveau vast te stellen van acceptabele geurhinder. Hiermee wordt een bepaald woon- en leefklimaat geboden en gegarandeerd. Ook kan de gemeente hiermee sturing geven aan de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied, door vanuit de milieukant al vroegtijdig rekening te houden met mogelijke, gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente kan dan ook meer de regie in handen krijgen bij het bepalen van de ontwikkelingen in de veehouderijsector in haar gemeente.
Veehouderijen kunnen ruimtelijke ontwikkelingen belemmeren of onmogelijk maken. Anderzijds kan de gemeente van mening zijn dat veehouderijen onnodig in hun ontwikkeling worden beperkt door hun omgeving. Dit laatste kan bijvoorbeeld gelden bij een lintbebouwing met woningen en (kleinschalige) paardenhouderijen of rundveebedrijven.
Met een zogenaamde ‘quick-scan’ kunnen wij snel inzichtelijk maken of het vaststellen van andere waarden of afstanden dan die wettelijk gelden (op grond van de Wet geurhinder en veehouderij) gewenst is. In de rapportage schetsen wij de ontwikkelingsmogelijkheden van de veehouderijen in het gebied en de ontwikkeling van de milieukwaliteit in het gebied. Wij benoemen en onderbouwen de mogelijke knelpunten. Knelpunten bestaan als gewenste ruimtelijke ontwikkelingen met de standaard norm niet gewaarborgd zijn, als het woon- of verblijfsklimaat niet passend is bij de aard van de omgeving of als veehouderijen onnodig in hun ontwikkelingsmogelijkheden zijn beperkt. Hierbij kijken wij zowel naar de achtergrondbelasting (gecumuleerde geur van alle veehouderijen samen) in relatie tot de milieukwaliteit als naar de mogelijke belemmering van individuele veehouderijen voor ruimtelijke ontwikkelingen. Ook analyseren wij de tekening met de vaste afstanden rondom veehouderijen. Uit deze analyse in combinatie met huidige woonsituaties of ruimtelijke
plannen concluderen wij of sprake is van mogelijke knelpunten. Wij adviseren u of de knelpunten reden zijn voor nader onderzoek in een gebiedsvisie.
Als de knelpunten in een bepaalde omgeving al duidelijk zijn behoeft voor deze omgeving geen vooronderzoek, in de vorm van een quick-scan plaats te vinden. In dat geval kan in een keer een gebiedsvisie worden opgesteld.
Als u niet wilt dat nieuwe ontwikkelingen van veehouderijen het lopende proces tot het opstellen van een gebiedsgericht beleid beïnvloeden of verstoren, kunt u een aanhoudingsbesluit nemen. Met dit aanhoudingsbesluit behoeft u aanvragen om milieuvergunning van veehouderijen niet af te handelen. De termijn dat de procedure stil ligt bedraagt in principe maximaal één jaar. Nadat aangepaste geurnormen zijn vastgesteld moeten de aanvragen (die zijn ingediend na het nemen van het aanhoudingsbesluit) worden getoetst aan deze aangepaste geurnorm.
In een gebiedsvisie wordt nader onderzoek verricht. Ook worden hierbij de consequenties van verschillende alternatieven in beeld gebracht. De gekozen alternatieven worden uitgewerkt en vastgelegd in de gebiedsvisie. De gebiedsvisie vormt een volledige onderbouwing voor de vast te stellen verordening. De gebiedsvisie bevat een beschrijving van de uitgevoerde berekeningen die ten grondslag liggen aan de verordening. Ook een analyse van de resultaten beschrijven wij uitgebreid. De gebiedsvisie bevat overzichtelijk kaartmateriaal,
waarop de geurcontouren op een goede (door u gewenste) ondergrond van het gebied zijn weergegeven.
Ten slotte wordt de gebiedsvisie juridisch vertaald in een verordening.